Jongeren zijn actief op sociale netwerk sites. Voor veel docenten is dit geen nieuws meer. Maar welke activiteiten dat precies zijn hoe deze in verband gebracht kunnen worden met het cultuuronderwijs kan een nieuwe kijk en een verhelderende blik geven op cultuureducatie en sociale media.
donderdag 2 juni 2011
zondag 12 december 2010
Voortgang interviews
Inmiddels heb ik 7 interviews afgenomen en uitgewerkt. Waar ik mij in het begin bezighield met de manier van vragen stellen en het vermogen van jongeren tot zelfreflectie ben ik nu iets meer tot de kern van mijn onderzoeksvraag gekomen. Door onder andere het afnemen van interviews probeer ik erachter te komen of jongeren via sociale netwerksites cultureel zelfbewust kunnen worden. Tijdens de interviews probeer ik te kijken of de vier culturele basisvaardigheden (zelfperceptie, zelfverbeelding, zelfconceptualisering en zelfanalyse) die leiden tot cultureel zelfbewustzijn, terug te vinden zijn in de participatie van jongeren op sociale netwerksites.
Tot nu toe heb ik kunnen vaststellen dat deze jongeren door te participeren op sociale netwerksites zich bezig houden met tenminste drie culturele basisvaardigheden, zelfperceptie, zelfverbeelding en zelfconceptualisering.
Bij zelfperceptie via sociale netwerksites ga ik ervan uit dat jongeren nadenken over hun eigen gevoel, handelen en denken. Vragen zoals; wat denk ik, wat doe ik en hoe voel ik mij, behoren tot zelfperceptie. Aan Jaimy, HAVO 2 leerling, vroeg ik of zij op Hyves wel eens de “wie, wat, waar” invult en wat zij daar dan bij voelt. Zij zei het volgende:” Nou soms voel ik mij best wel rot, en dan ga ik de wie, wat, waar invullen en dan zie ik foto’s en dan denk ik; oh zo rot voel ik mij eigenlijk helemaal niet. Ik ga daardoor heel anders naar mijzelf kijken”. De aanname die ik heb dat jongeren via sociale netwerksites over hun eigen denken en voelen nadenken wordt hier bevestigd.
Bij zelfverbeelding via sociale netwerksites ga ik ervan uit dat jongeren nadenken over de mogelijkheid zichzelf in een andere situatie te plaatsen dan waar zij zich in bevinden of dat zij denken over het feit dat zij een voorbeeld hebben waaraan zij zichzelf spiegelen. Aan Esra MAVO 3 leerling, vroeg ik waarom zij de profielfoto geplaatst heeft die nu op haar profiel te zien is. Zij antwoordde het volgende:”Ik vond hem zelf wel mooi, ik kijk wel altijd serieus, ik kan wel lachen natuurlijk, maar meestal ben ik wel serieus. De meeste denken wel over mij dat ik arrogant ben maar dat ben ik helemaal niet. Maar toch. Mijn vriendinnen vinden die echt heel mooi en ze vinden dat ik daar op een Turkse actrice lijk. Vandaar ook een beetje”. De aanname die ik heb dat jongeren via sociale netwerksites nadenken over wie of waar ze eigenlijk zouden willen zijn wordt hier bevestigd.
Bij zelfconceptualisering via sociale netwerksites ga ik ervan uit dat jongeren zichzelf in een bredere context kunnen plaatsen. Zij denken na over met welke groep zij zich verbonden voelen en in welke omgeving zij zich bewegen. Ik heb de aanname dat jongeren door bijvoorbeeld lid te worden van community’s en groepshyves, zelf inzien tot welke groep zij behoren. Wanneer ik aan Jaimy vraag of waarom zij een groepshyves van haar voetbalclub heeft geeft zij aan:”Dat is gewoon om te laten zien dat de voetbalclub nog bestaat na de brand van vorig jaar.” De aanname die ik heb dat jongeren nadenken over de groep waar zij zich mee verbonden voelen wordt hier bevestigd.
donderdag 2 december 2010
Start interviews
Data die ik voor dit onderzoek verzamel bestaan uit literatuur en kwalitatieve onderzoeken gedaan onder jongeren. Ik richt mij in dit onderzoek op jongeren tussen de 12 en de 18 jaar die thuiswonend zijn. Momenteel ben ik bezig met het afnemen van interviews onder jongeren. Ik benader jongeren met verschillende opleidingsniveaus. Dit omdat ik de aanname heb dat leeftijd en opleidingsniveau invloed hebben op het vermogen tot reflectie en het denken op meta niveau. Doormiddel van kwalitatieve interviews probeer ik een beter beeld te krijgen over de manier waarop jongeren reflecteren op hun denken, voelen en handelen. Ik probeer vragen beantwoord te krijgen waar ik door middel van alleen literatuuronderzoek geen antwoord op vind.
Tijdens deze interviews ben ik op het feit gestuit dat het praten over het reflecteren een onderwerp op zich is. Niet iedere jongere gaat dit even makkelijk af. Door gedurende het interview vragen te stellen die concreet op het reflectief vermogen van de jongeren doelen, probeer ik er ook op deze manier achter te komen of jongeren op meta niveau over het eigen denken, voelen en handelen op sociale netwerk sites kunnen denken.
Bij het eerste interview werd duidelijk dat de vragen waarbij ik probeer duidelijkheid te krijgen over het vermogen om te reflecteren op het eigen handelen nauwelijks begrepen werden. Zo stelde ik de 15 jarige Heike, GL-leerling, de vraag of zij op sociale netwerksites communiceert met emoticons en waarom zij dat doet. Deze vraag beantwoordde zij als volgt:”Ja meestal aan het einde, een van die liefdespoppetjes, en die emotie en eigenlijk meer ook niet, of als je over een bepaald onderwerp zit te vertellen ofzo, dat je daar dan een emotie van doet ofzo.”
Voor mij was dit geen bevredigend antwoord. Ik wilde erachter komen of zij over haar eigen gevoelens zou nadenken op het moment dat zij de emoticon plaatste. Op mijn vervolg vraag of zij zich echt zo voelt op het moment dat zij de emoticon plaatst antwoordde zij:”Ja dat denk ik wel.” Meer duidelijkheid over de vraag of zij nadenkt over haar gevoelens op het moment dat zij die emoticons plaatst kreeg ik niet. De antwoorden bleven meer gericht op de praktische handeling.
Een week later heb ik de twee volgende interviews afgenomen bij Ruben,18 jaar, VWO 6 leerling en Anne,16 jaar, HAVO 5 leerling. Met een iets scherpere vraagstelling probeerde ik ook nu duidelijkheid te krijgen over de mate waarop jongeren via sociale netwerk sites kunnen reflecteren op hun denken. Als Anne vertelt over het nadenken over gevoelens zegt zij: ”Het is niet dat ik er een hele emo op ga zetten van oh help ik voel mij zo zielig, maar meer van oh shit dit is echt kut, zoiets.” Ruben zegt hierover: ”Ja het is wel zo, je hebt een krabbel geschreven en dan even overlezen en dan oh ja als ik het ietsje verander dan heb ik minder kans dat het rot overkomt ofzo.”
Wat ik uit bovenstaande citaten kan concluderen is dat Heike,15 jaar, GL, het lastig vindt om de vraag anders dan praktisch te interpreteren. Anne,16 jaar, HAVO, denkt wel na over hoe zij haar gevoelens op een sociale netwerk site zet maar dit heeft meer te maken met het privacyaspect dan met het reflecteren op haar eigen gevoelens. Ruben,18 jaar, VWO 6, denkt wel na over wat hij denkt en schrijft, door zijn krabbel nog eens over te lezen reflecteert hij op zijn eigen gedachten.
Waar ik tijdens het afnemen van mijn interviews rekening mee moet houden is het vermogen om reflectief te zijn op het eigen denken. Door een dubbele vraagstelling te geven (vragen op abstract niveau en voorbeeldvragen) hoop ik ook duidelijkheid te krijgen over welke manier van vragen stellen past bij leeftijd en opleidingsniveau.
zaterdag 27 november 2010
Interessante literatuur
 |
Youth, Identity, and Digital Media, Pages 119-142 Posted Online December 3, 2007. © 2008 Massachusetts Institute of Technology |
 | ||
Hanging Out, Messing Around, and Geeking Out: Kids Living and Learning with New Media (John D. and Catherine T. MacArthur Foundation Series on Digital Media and Learning)  Cultuur in de Spiegel, Barend van Heusden, Groningen, 2010 |
vrijdag 26 november 2010
Interessante links
danah boyd
Sonia Livingstonehttp://www2.lse.ac.uk/researchAndExpertise/Experts/s.livingstone@lse.ac.uk
David Buckingham
http://www.lkl.ac.uk/cms/index.php?option=com_comprofiler&task=userProfile&user=80
Cultuur in de Spiegel
http://cultuurindespiegel.slo.nl/
Onderwerpen
Cultureel zelfbewustzijn
1.1 Cultuur
1.2 Cultureel zelfbewustzijn
1.3 Vier culturele basisvaardigheden
Sociale netwerk sites
2.1 Mediumspecifiteit
2.2 Participatie
2.3 Creëren van een profiel
2.4 Vrienden
2.5 Publiek
2.6 Identiteitsvorming
Sociale netwerk sites en het cultureel zelfbewustzijn
3.1 Zelfwaarneming via sociale netwerk sites
3.2 Zelfverbeelding via sociale netwerk sites
3.3 Zelfconceptualisering via sociale netwerk sites
3.4 Zelfanalyse via sociale netwerk sites
Educatie
4.2 Geletterdheid sociale netwerk sites
4.2 Kadering educatie of sociale ontmoetingsplek
Thesis
Het gebruik van sociale media speelt een grote rol in het online leven van Nederlandse jongeren. Uit het onderzoek “The next web 2009” blijkt dat 68% van de jongeren een actieve participant is op sociale netwerk sites zoals bijvoorbeeld, Hyves of Facebook. Jongeren groeien op met sociale netwerk sites, ze leggen contacten via sociale netwerk sites en vormen hun identiteit via sociale netwerk sites. Een decennium geleden bestonden sociale netwerk sites niet en werden contacten en identiteit op andere manieren verworven. Er is het afgelopen decennium onderzoek gedaan naar, het internet, nieuwe media en ook naar sociale netwerk sites. De onderzoeken gedaan in Amerika zijn met name gericht op educatie, geletterdheid en participatie. De onderzoeken verricht vanuit de UK zijn meer gericht op de sociale en culturele ecologie. Deze onderzoeken hebben gemeen dat zij trachten betekenis te geven aan de rol van sociale media in het alledaagse leven van jongeren. Wat ik in deze onderzoeken mis, en waar ik graag verder onderzoek naar wil doen is de invloed die sociale media, en dan specifiek sociale netwerk sites, hebben op de ontwikkeling van het cultureel zelfbewustzijn van jongeren in Nederland.
Jongeren bouwen hun culturele identiteit op doormiddel van herinneringen, herkenningen en handelingen. Zonder herinnering of herkenning kan er geen betekenis gegeven worden aan een handeling. Omdat, zoals net geconstateerd, sociale netwerk sites, een wezenlijk onderdeel uitmaken van het leven van jongeren, lijkt het relevant te kijken naar de rol die deze sites spelen bij de ontwikkeling van het cultureel bewustzijn.
Naar aanleiding van het lezen van het theoretisch kader van het onderzoek “Cultuur in de Spiegel” van Barend van Heusden, 2010, heb ik besloten het onderzoek specifieker te maken. Ik wil het onderzoek niet richten op het cultureel bewustzijn van jongeren maar op het cultureel zelfbewustzijn. In het onderzoek stel ik mijzelf de vraag in welke mate sociale netwerk sites invloed hebben op de ontwikkeling van het cultureel zelfbewustijn van jongeren.
Abonneren op:
Posts (Atom)